De grote stad São Paulo, een heel andere beleving
“São Paolo is enormous, intimidating and, at first glance at least, no great beauty – a difficult city for the traveler to master and one that, initially, may not seem worth the sweet. Even the most partisan Paulistano – resident of São Paolo city – will rail about the smog, the traffic, the crumbling sidewalks and the gaping divide between poor and rich.But in the same breath they’ll tell you they’d never live anywhere else”.
Niet de meest uitnodigende tekst om te lezen, op het moment dat je je Lonely Planet open slaat. Geen warm welkom en zeker geen reden om je toch al kostbare tijd te besteden aan het lezen van de rest van het hoofdstuk. Tegelijkertijd kan ik zeggen dat ik de stad daadwerkelijk ook zo beleefd heb, maar ook dat was een beleving, moet ik zeggen.
Het was vroeg, de ochtend na de avond waarop ik ziek, zwak en misselijk m’n bed in gedoken was na aankomst in m’n hotel. Ik was gezien het tijdsverschil natuurlijk veel te vroeg gaan slapen, waardoor ik automatisch een uur of 3 vroeger wakker werd dan ik vooraf had gepland. Wetende dat ik die dag nog redelijk wat werk te doen had, besloot ik eerst maar eens van de frisse, warme buitenlucht te gaan genieten. Na een uitgebreid ontbijt, stapte ik zo voorbereid als mogelijk de deur uit. Geen waardevolle spullen in m’n tas, de hotelvoucher mee waar het adres op stond, een (compleet ongedetailleerde) kaart bij de receptie bemachtigd en uitgezocht waar ik me op de kaart bevond, het hotel van buiten (en vooral ook de bovenkant) bestudeerd, bekeken wat ik als herkenningspunt kon nemen aan het begin van de straat en een left-over-flesje water uit het vliegtuig meegenomen ‘voor het geval dat’. Vol goede moed liep ik de straat uit, in de hoop uiteindelijk ergens een gezellig buurtje aan te treffen, een paar leuke winkeltjes of iets anders leuks te kunnen beleven, maar niets was minder waar helaas. Een brede weg, het (voor sommigen herkenbare) café Hooters, een overdaad aan auto’s, te veel en te hoge gebouwen en ontelbaar veel kantoren en hotels. Ik sloeg links af en liep de straat uit, waar ik per toeval langs het enorme kantoorgebouw liep waar TNS Brazil gevestigd is. Ik herkende het gebouw van Google Streetview, zo bleek ik toch beter voorbereid te zijn dan ik zelf dacht. Onderweg kwam ik twee banken tegen, maar was bij geen van beide in staat om geld op te nemen, ik liep door en sloeg aan het einde van de straat opnieuw linksaf. Ik had voor mezelf besloten dat ik er klaar mee was. Niets geen leuke buurt, het was warm en voelde me eigenlijk ook nog altijd niet al te fit. Mijn plan om snel terug te zijn viel echter in duigen toen ik bij de volgende straat weer linksaf sloeg en erachter kwam dit ik – ondanks 3 keer braaf linksaf slaan – niet in de straat van m’n hotel uitgekomen was. Geen idee waar ik me dan wel bevond, dus kon ik eenvoudig concluderen dat ik verdwaald was. Na nog niet eens één blokje om.
Nu schiet ik van nature niet zo snel in de stress en zijn er altijd nog voldoende opties om uiteindelijk toch de weg terug te vinden, dus besloot ik nog maar een stukje door te lopen. Maar ook al had ik door mijn goede voorbereidingen zelfs het dak van m’n hotel kunnen herkennen, er stonden gewoonweg teveel hoge gebouwen omheen om die van veraf te kunnen zien. De kaart die ik had was zo weinig gedetailleerd dat ik me zelfs niet kon oriënteren toen ik een van de weinige straten die er wel op stonden gevonden had. Internet op m’n telefoon had ik niet, geld ook niet en ik wist uit de beperkte ervaring die ik na de enkele wakkere uren in dit land had, dat niemand Engels sprak. Hoewel ik niet in de meest onbezorgde stemming was, heb ik me onderweg toch vermakelijk verwonderd aan een overdaad aan rood geklede mannetje die met hun vlaggen de fietsers op de weg tegen hielden, ondefinieerbare manden van ijzerdraad op de stoep, op plekken waar je in Nederland knusse bankjes zou verwachten en oneindig veel waarschuwingslichten bij elke uitrit om ervoor te zorgen dat de voetgangers niet onverwacht overreden worden. Ik liep verder totdat ik op een onverwacht moment in een zijstraat, waarvan ik qua oriëntatie niet gedacht had dat nou juist dát de goede richting zou zijn, datzelfde café Hooters zag (je kent ‘m wel, dat café met die serveersters in ultra-korte broekjes en strakke shirts met veel teveel inhoud), en wist dat ik weer thuis was. Dat dit hele avontuur minder spannend was dan het lijkt, blijkt uit het feit dat ik achteraf gezien nog geen half uurtje buiten de deur geweest bleek te zijn en zelfs m’n flesje water nog net zo vol was als toen ik het hotel verliet.
Maar goed, ik kwam dus met een zakelijk doel naar São Paolo. Een bezoek aan mijn lokale collega’s en een aantal telefonische meetings met de collega’s in Nederland die ik even daarvoor verlaten had, de klant in de UK en diezelfde klant – maar dan de lokale variant - even verderop in Rio. Dat bezoek en een deel van de telefonische meetings stonden voor de volgende dag gepland en moest ik nog voorbereiden. Gelukkig had ik de beschikking tot onbeperkt gratis Wi-Fi en kon ik me hier de rest van de dag mee vermaken, aangezien de verbinding van een dusdanig snelheid was dat elke handeling een keer zo lang als gebruikelijk in beslag nam. Dit alles nadat ik voor het vervelende feit kwam te staan dat de ronde stekker aan het einde van mijn laptopadapter, toch echt niet in de pas-nieuw-gekochte wereldstekker paste. Iets met teveel uitsteeksels in stekker A, waarvoor stekker B geen ruimte had. Vol goede moed liep ik met beide tegendraadse stekkers naar de receptie, alwaar de dame mij voor een schappelijk bedrag van nog geen 5 euro een verloopstukje aanbood, waarmee ik mijn laptop via diezelfde adapter uiteindelijk toch van stroom kon voorzien. Ik was haar eeuwig dankbaar en de wereldstekker ging weer terug in de verpakking.
Hoewel ik me in de ochtend had voorgenomen om ergens op die dag een frisse duik in het zwembad te nemen, even naar de gym te gaan en ook de sauna nog even te bezoeken, is dit alles er die dag en de dag erna natuurlijk niet van gekomen. Meer dan een wandeling naar de shopping mall op de hoek voor wat boodschappen voor m’n verlate lunch, een zak chips, een rol koekjes en twee biertjes als avondeten (zo bleek later), zat er die dag naast het werken tot middernacht niet in.
Het bezoek aan TNS die dag erna verliep soepeler. Opmerkelijk was het verkeer dat totaal anders was dan de dag ervoor. Zag je op zondag nog een groot aantal fietsers en weinig voetgangers, op maandagochtend waren er een keer zo veel auto’s, alle fietsers verdwenen en leek het alsof heel São Paolo te voet naar zijn werk ging. Ik liep ik vrolijk in het ochtendzonnetje met de meute mee. Verbaasd was ik over het fenomeen kantoortuin, dat ze bij TNS Brazilië niet met een korrel zout genomen hebben. Met 3 keer zoveel mensen zitten ze in eenzelfde ruimte als wij in Nederland, rijen van 10 bureau’s naast elkaar, daardoor een groot gebrek aan rust en enige privacy en waardoor iedereen gedwongen is mee te luisteren met elkaars conference calls die daar gewoon achter het bureau plaatsvinden. Om een van de weinige vergaderruimtes te mogen reserveren, moet je een hele goede reden hebben en laat het nou net zo zijn dat ze speciaal voor mij voor de komende daaropvolgende dagen een kamer gereserveerd hadden. Ik werd dan ook twee dagen lang in mijn privé-kamertje bekeken alsof ik een onbekende hoge hotemetoot uit het buitenland was, wat mij overigens wel beviel :) Verse koffie, water, sap en een overvloed aan gebakjes. Een fantastisch uitzicht vanaf de 13eetage en een heerlijke lunch buiten de deur. Een lunch waarbij je betaalt naar het gewicht van het eten dat je opschept, niet ideaal voor iemand als ik met een grote eetlust. Gelukkig had ik me die ochtend al tegoed gedaan aan het uitgebreide ontbijtbuffet.
Het contact met de lokale bevolking maakt zo’n trip toch net wat leuker en leidt vaak tot interessante gesprekken. Zo bleek het nu de warmste zomer ooit te zijn, sinds het beginpunt van meten in Brazilië en leek de lokale bevolking daar nog meer last van te hebben dan ik. Gelachen hebben we ook om de Brazilian Snowmen, want sneeuw en ijs kennen ze in dit deel van Brazilië niet. Op een onverwacht moment dát er een klein laagje sneeuw valt, pakken de Brazilianen het aan om de meest opmerkelijke sneeuwpoppen te bouwen, simpelweg omdat ze eigenlijk niet eens weten hoe zo’n sneeuwpop eruit zou moeten zien. Fietsen doen ze in São Paolo alleen in het weekend, omdat de auto’s door-de-weeks de macht nemen over de minimaal gemarkeerde fietsstroken op de weg. Voor de veiligheid van de fietsers zelf zetten ze in het weekend speciale fiets-verkeerswachters in, die de fietsers tegenhouden bij rood licht, om te voorkomen dat ze door rood en zichzelf door rijden.
Dat São Paolo ook een andere kant kent (zoals de Lonely Planet beschreef), merkte ik uiteindelijk toch even tijdens een avondje uit met een van mijn collega’s, die zo enthousiast over de stad vertelde dat ik het nauwelijks aandurfde om mijn tegenovergestelde mening met haar te delen. De taxirit op de heenweg liet mij allerminst het mooie van de stad zien; lelijke, oude, grijze gebouwen, zwervers, slechte wegen en een gebrek aan groen. De regen die we met deze rit net wisten te ontlopen maakt het beeld er niet beter op, maar ook het beperkte aantal foto's dat ik aan deze avond over gehouden heb laat zien dat het hoeveelheid moois dat ik gezien heb op minder dan een foto vast te leggen was. Later op de avond liepen we al slalommend langs de zakken afval opgestapeld in de metalen manden op straat en besloten Gabriela en haar vriend -die inmiddels bij ons aangesloten was-, uiteindelijk een tweede taxi te pakken “omdat het te donker werd”. Uiteindelijk belandden we dan toch op een leuk pleintje met een Mediterraanse uitstraling. Er schoven nog wat andere mensen aan en we hebben tot laat in de warme avond biertjes en caipirinha’s gedronken.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}